
In een team van twee werkte ik vier weken aan het ombouwen van een gewone hometrainer tot een interactieve en vermakelijke spelervaring. Door sensoren, een ESP32 en een Unity-game te combineren, maakten we een systeem waarbij twee spelers moesten samenwerken om vooruit te komen. Het resultaat werd enthousiast onthaald tijdens een expo en kreeg zelfs een blijvende plek op de Sportinnovatiecampus in Brugge.
Samen met een medestudent werkte ik vier weken lang aan een creatief groepsproject: het ombouwen van een gewone hometrainer tot een interactieve, vermakelijke ervaring. Ons doel was om sporten minder een verplichting en meer een samenwerking te maken. We ontwierpen een spel waarbij twee spelers samen moesten fietsen en communiceren om vooruit te komen, zodat inspanning en plezier hand in hand gingen.

We begonnen met het ontwikkelen van aangepaste sensoren die de trapsnelheid konden meten. Deze sensoren sloten we aan op een ESP32-microcontroller, die de gegevens via seriële communicatie doorstuurde naar een Unity-game. Elke speler bestuurde één kant van een virtuele waterfiets, waardoor coördinatie en teamwork essentieel waren. Het verbinden van de hardware met de software was één van de grootste uitdagingen, maar ook een leerzaam onderdeel van het project.
Mijn rol lag verspreid over verschillende domeinen. Ik werkte vooral aan de frontend van het spel en nam ook stukken van de backend voor mijn rekening, voornamelijk in Node.js en deels in C#. Daarnaast hielp ik mee met de ontwikkeling en integratie van de hardware, waardoor ik zowel de technische kant van de sensoren als de softwarekant beter leerde begrijpen. Een groot onderdeel van mijn persoonlijke bijdrage was het experimenteren met Unity en het leren toepassen van C# in de praktijk.

Een bijzonder aspect van dit project was het automatische terreingeneratiesysteem dat ik samen met mijn teamgenoot bouwde. In plaats van een statisch parcours wilden we een dynamische rivieromgeving die eindeloos bleef doorgaan. We besloten dit systeem helemaal zelf te ontwikkelen, zonder externe pakketten. Dat betekende veel experimenteren met Unity's terreintools, meshes en splines, maar het leverde een unieke spelervaring op die zowel technisch uitdagend als visueel aantrekkelijk was.
De samenwerking met mijn teamgenoot verliep erg goed. Omdat we met twee waren, konden we constant 1-op-1 afstemmen en elkaars werk toetsen. Dat zorgde voor een snelle iteratie en een duidelijke taakverdeling. Een extra uitdaging was het koppelen van de sensoren aan Unity, maar door intensief samen te werken en te testen wisten we dit succesvol te realiseren.

Het resultaat werd positief onthaald tijdens de expo-presentatie. Bezoekers reageerden enthousiast en vonden het spel origineel en leuk om te spelen. Ons project bleek bovendien stabiel genoeg voor lange speelsessies, wat een belangrijke bevestiging was van de kwaliteit van ons werk. Uiteindelijk kreeg het zelfs een blijvende plek op de Sportinnovatiecampus in Brugge, waar het nog steeds kan worden gebruikt.
Wat ik uit dit project heb meegenomen, is niet alleen nieuwe kennis in Unity, C# en Node.js, maar ook waardevolle ervaring in samenwerken in een klein team, het omgaan met technische uitdagingen en het leveren van een resultaat dat door echte gebruikers getest en gewaardeerd werd. Als we meer tijd hadden gehad, hadden we graag nog een singleplayer-versie toegevoegd en de levels verder uitgebreid, maar zelfs in deze vorm was het een project waar ik met trots op terugkijk.